zaterdag 19 september 2009

Verslag presentatie op 4 september 2009

Ongeveer 45 toehoorders luisterden onder barre weersomstandigheden in een grote tent in de Maastrichtsestraat naar de presentatie van het voorstel voor een Joods monument voor de Maastrichtsestraat.

Na het voorstellen van de commissieleden: Sybke Wempe, Daan Koster, Joost van Roon en Debora Goedewaagen, en van Stroom (Haags Centrum voor Beeldende Kunst en Architectuur) Peter de Rooden en tot slot kunstenaar Jonas Staal kreeg Sybke het woord. Zij las de namen voor van alle Joodse straatbewoners die wij in het monument willen gedenken en de leeftijd die zij hadden toen ze vermoord werden. (zie www.deportatievanzestienjoodsefamiliesstraat.nl/families.html).

Daarna vertelde Daan Koster over onze motivatie en de ontstaansgeschiedenis van het monument. Zie hieronder de integrale tekst:

U hoorde zojuist de reden waarom wij vanavond bij elkaar zijn.

Inleiding

Om te beginnen wil ik iets zeggen over het verloop van de presentatie. Ik zal u iets vertellen over het traject tot nu toe. Daarna zal Jonas Staal zijn voorstel presenteren, gevolgd door een toelichting van Peter de Rooden van Stroom Den Haag, het Centrum voor beeldende kunst en architectuur. Daarna is er even een adempauze met koffie. Na de pauze is er mogelijkheid om vragen te stellen en van gedachten te wisselen.

De historie

In mei 2006 zijn we begonnen met de organisatie van het eerste straatfeest. Het thema was Het mysterie van de Maastrichtsestraat. Via het krantje en de website werd opgeroepen om bijzondere herinneringen aan de straat op de site te publiceren.

Toen we terug kwamen van vakantie maakte één van de eerste inzenders ons attent op iets waar wij totaal geen weet van hadden. Bert van Gelder, die een boek heeft gepubliceerd over een Haagse verzetsgroep vertelde het volgende: “Door de research voor mijn boek weet ik dat de Maastrichtsestraat een van de meest tragische geschiedenissen heeft van alle straten in het Belgisch Park, voor zover het de Holocaust betreft.” Ook oud bewoner van onze straat mijnheer Nihom wees op ons op deze feiten.

Velen van ons hoorde toen voor het eerst wat er zich in de oorlog in onze straat heeft afgepeeld. Het besef dat onze eigen straat het decor is geweest voor een gruwelijke reeks gebeurtenissen liet ons niet meer los. Je fietst met een veranderd beeld je straat in, hoe zag het eruit die nacht? Je loopt de trap af, hoe was dat voor hen? Waar zou jij zijn als het weer gebeurde, wat zou je doen? Hoe is het mogelijk dat zoiets bij zo weinig bewoners bekend is?

Allemaal vragen die door je hoofd gaan.

Wat moeten we doen om er voor te zorgen dat dit bekend wordt en bekend blijft?

Om op een respectvolle en passende wijze te herdenken wat er is gebeurd dachten we aan een monument. Maar een monument verliest al snel na de onthulling zijn betekenis. Je went aan het beeld en gaat er gedachteloos aan voorbij. Het moest dus geen statisch beeld van steen of marmer worden maar iets dat deel uitmaakt van het dagelijks leven in de straat. Zonder dat wij daar zelf al een concreet idee bij hadden.

We zochten contact met de gemeente Den Haag die ons initiatief in eerste instantie afwees. Bij het straatfeest van 2007 bespraken we dit met wethouder Kool. Hij was verontwaardigd over het gebrek aan medewerking van de gemeente en hij zegde toe zich in te zetten voor het realiseren van een monument.

Na bericht te hebben ontvangen van de wethouder gingen wij terug naar de gemeente. Er ging met dit alles, zoals u begrijpt, wat tijd overheen maar in het voorjaar van 2008 werden wij verwezen naar Stroom.

Stroom

Jan Wijle van Stroom reageerde direct enthousiast op ons initiatief. Met name het feit dat burgers zich inzetten voor een monument vond hij bijzonder. Hij biedt ons Michnea Mircan, conservator uit Roemenie als begeleider aan. Samen hebben zij ons enorm goed op weg geholpen. Stroom heeft bovendien de kosten van de schetsvoorstellen betaald en Peter de Rooden van Stroom heeft ons geholpen met de aanvraag voor subsidie. Het tot stand brengen van een monument was voor ons onbekend terrein, de hulp van Stroom was dan ook meer dan welkom. Het is daarom ook erg fijn dat Peter hier vanavond aanwezig is.

Ook zochten wij contact met de Joodse gemeente. Die verwezen ons naar onze straatgenoot Danny Springer. Samen met Eli en Mariëtte Konfino fungeren zij vanaf die tijd als klankbord. Waar wij erg dankbaar voor zijn.

Stroom selecteerde voor ons vijf kunstenaars. Waarvan wij er drie uitnodigden voor een gesprek. Twee van hen vroegen wij een schetsvoorstel te maken. Zij presenteerden dit aan ons in de winter van 2008/2009.

Al snel springt één van de presentaties eruit, die van Jonas Staal. Na een zorgvuldige afweging wordt de definitieve keuze voor zijn werk gemaakt.

Zo eenvoudig en overzichtelijk als het nu klinkt, is het proces overigens niet steeds geweest. De zorgvuldige afweging was een proces op zich. Hoewel wij vonden dat het voorstel van Jonas het ultieme antwoord was op onze vraag, zagen we ook beren op de weg (in de straat). We hebben getwijfeld, geklankbord, weer getwijfeld, overlegd met Stroom, overlegd met Jonas. Het idee heeft moeten rijpen.

Tot zover ons verhaal. Dan wil ik nu Peter de Rooden van Stroom het woord geven waarna Jonas zijn idee zal presenteren.

Vervolgens lichtte Peter de Rooden toe waarom zij dit proces zo graag steunen, namelijk dat er nu eens niet door een overheid maar door burgers zelf het initiatief wordt genomen om een monument op te richten. Bovendien past het goed in de missie van Stroom om andere betekenissen van monumenten in de hedendaagse samenleving te onderzoeken.

Daarna was het moment aangebroken waarop Jonas uit de doeken kon doen wat zijn voorstel inhoudt en hoe hij tot deze vorm gekomen is.

Jonas Staal vervolgde in de lijn van de introductie van Peter de Rooden, en vertelde dat ook voor hem het initiatief vanuit de straat van groot belang voor hem was om een voorstel voor het monument te ontwikkelen. Deze betrokkenheid heeft hij dan ook centraal gesteld in de opzet van zijn monument: een monument namelijk dat alleen kan bestaan vanuit het engagement van bewoners zelf. Alleen wanneer zij bereid zijn de nieuwe straatnaam – ‘Deportatie van zestien Joodse families straat’ – te handhaven, kan het monument op lange termijn in de zichtbaarheid treden. Een onvrijblijvend monument stond voor hem dus centraal: een dagelijks ritueel waarmee het verleden terug in het heden zou worden hergeschreven. Zijn introductie over het monument kwam verder overeen met de teksten zoals die staan weergegeven op http://www.deportatievanzestienjoodsefamiliesstraat.nl

Tijdens de daaropvolgende koffiepauze was in de eerste reacties direct duidelijk dat het voorstel grote impact had op de aanwezige straatbewoners.

Na de pauze werd er tot een uur of tien gebruik gemaakt van de mogelijkheid om vragen te stellen en te discussieren.

Over het algemeen bleek men onder de indruk te zijn van het voorlezen van de namen. De commissie kreeg lof voor de inspanningen bij het totstandkomen van dit voorstel. Verder waren de reacties zeer uiteenlopend. Op de vraag van een toehoorster hoeveel mensen niets voelden voor dit idee stak een klein aantal mensen hun vinger op. Ook gaven diverse mensen aan dat hoewel ze onder de indruk waren, ze niet van plan waren deze nieuwe straatnaam te gaan toepassen. Bijvoorbeeld omdat ze juist niet teveel met dit verleden geconfronteerd willen worden, of omdat ze een emotionele band hebben met de naam van onze straat.

Ook kwam men met alternatieven, zoals het woord ‘deportatie’ schrappen. Jonas’ antwoord daarop was dat we niet alleen Joodse mensen herdenken maar een historisch feit. En wat is de noodzaak om het woord ‘deportatie’ te verwijderen, alsof die gebeurtenis niet meer benoemd mag worden?

Er kwam een alternatieve suggestie om de straatnaam te wijzigen met een verwijzing naar een meer beladen Nederlandse plaatsnaam, dus bv Westerborkstraat of Vughtstraat. Ook waren er mensen die wel een straatnaambord met de nieuwe naam onder het huidige straatnaambord zouden willen zien hangen.

Tot slot nog een kleine opsomming van mondelinge reacties die we direct na de presentatie - en later - kregen.

Ik heb al twee brieven verzonden met het nieuwe adres

– Het is wel mooi maar ik doe niet mee;
– Dit komt zestig jaar te laat;
– Ik wil hier niet iedere dag aan herinnerd worden;
– Dit is een volkomen doorgeslagen idee;
– Dit heeft mij zo gegrepen en geïnspireerd dat ik er niet van kon slapen;
– Dit adres niet gebruiken maar als onderschrift toevoegen aan het huidige straatnaambordje (vaak gehoord);
– Eén maal per jaar herdenken is genoeg;
– De straatnaam moet wel officieel gewijzigd worden anders werkt het niet;
– Dit is toch geen kunst?
– Ik was zo bang dat mijn huisnummer er ook tussen zou zitten;
– Ik dacht: aan wie ga ik dit nieuwe adres doorgeven en heb besloten het onder al mijn e-mails te zetten;
– Voeg aan de website een forum toe;
– Ik vind het idee belachelijk;
– Ik hang de afbeelding van het straatnaambord in de gang, direct achter mijn voordeur;
– Een mooi idee, maar wel heftig om die lieve kleine kindertjes ermee te confronteren;
– Zowel ik als mijn buurvrouw hebben het vouwblad een centrale plek in onze huiskamer gegeven.

Zoals bekend is op 11 september bij alle straatbewoners een brief bezorgd waarin argumenten tegen het gepresenteerde voorstel worden geuit, met tevens het verzoek de brief ondertekend in de bus te doen bij de comitéleden. Daarvan hebben we op dit moment 9 ondertekende exemplaren ontvangen. Zie bericht: Tegen-petitie.

Ook hebben we per mail en post nog enkele vragen over, en commentaar op het monument gekregen.

We kunnen concluderen dat wat er verder ook gebeurt, het idee voor het monument heel wat heeft losgemaakt in de straat. We zien er naar uit om op 6 oktober met elkaar hierover verder van gedachten te wisselen.