donderdag 15 oktober 2009

Vervolgbespreking over het Joods monument voor de Maastrichtsestraat op 6 oktober 2009

Aanwezig ± 30 volwassenen
Peter de Rooden van Stroom opent de avond door te vertellen dat die bedoeld is als discussie-avond naar aanleiding van het voorstel van Jonas Staal. Vervolgens krijgt Joost van Roon het woord die de volgende tekst voorleest.

Tweede bijeenkomst Joods monument in de Maastrichtsestraat

Er is inmiddels een maand verstreken sinds de introductie van het Joods monument in de Maastrichtsestraat, op die natte en stormachtige avond van 4 september. De bedoeling van déze avond is om er verder over te praten en ideeën uit te wisselen.
Zoals we hadden verwacht, waren de reacties op die eerste avond divers van aard. Over het algemeen werd men aangegrepen door de confrontatie met de feiten, toen Sybke de huisnummers en namen voorlas van de mensen die werden weggevoerd en vermoord. Die opsomming maakte op indringende wijze duidelijk wat we met het monument willen herdenken.
Ook de presentatie van het concept sloeg in. Dit was te merken aan de eerste reacties. De aanwezigen waren, in het algemeen, duidelijk onder de indruk. Er waren veel positieve reacties, maar er was ook twijfel. En enkele mensen wisten meteen dat ze dit niet wilden.
Één onderdeel van de presentatie veroorzaakte toen, maar ook later, de nodige verwarring. De prominente afbeelding van het straatnaambord op de voorzijde van het vouwblad. Sommigen leidden daaruit af dat de straatnaam daadwerkelijk zou worden gewijzigd.
Na de koffie kwamen op die avond allerlei reacties los. Voorstellen om voor een kortere, hanteerbaarder, minder beladen naam te kiezen. Een zekere vrees voor een sombere uitstraling, terwijl dit juist zo’n prettige, blije straat is. Maar ook al direct de vraag of we de afbeelding van het naambordje beschikbaar konden stellen, om te gebruiken. En het voorstel om een bord met de naam ‘Deportatie van zestien Joodse families straat’ onder of boven het bord van de ‘Maastrichtsestraat’ te hangen. Of: verander niet de naam, maar zet het als onderschrift op het straatnaambord. En: het moet wel officieel veranderd worden, anders werkt het niet. Iemand verheugde zich al op het Tom Tom moment: je toetst in Deportatie van …., en de route wordt zichtbaar.
Omdat het om een idee gaat waar je aan moet wennen, hebben we toen afgesproken om het er vanavond verder over te hebben.

Op 4 september waren er ongeveer 45 mensen aanwezig. Voor elk adres in de Maastrichtsestraat was een vouwblad beschikbaar. Op de adressen waarvan niemand op 4 september aanwezig was hebben we de volgende ochtend, de dag van het straatfeest, de vouwbladen alsnog in de bus gedaan. Die dag werd er hier en daar over gesproken, maar het leidde niet tot felle discussies.
Een week later viel er bij iedereen in de straat een brief in de bus, met daarbij een tekst die zich het best laat karakteriseren als anti-petitie, met het verzoek deze tekst te onderteken en op nummer 92 of 98 te bezorgen.

Wij hadden erop gerekend dat niet iedereen het idee zou omarmen, maar we zijn wel geschrokken van de toon en de strekking van deze reactie. Ook hier had kennelijk de eerste pagina van het vouwblad lezers op het verkeerde been gezet. Zo’n eerste beeld is uiteraard bedoeld om de aandacht te trekken. Maar de daarop volgende tekst geeft uitleg over het concept. Kennelijk niet altijd duidelijk genoeg! Wat bij sommigen bleef hangen was toch: Ze gaan de straatnaam veranderen!
Hoe dan ook, op basis van die, en nog enkele andere, verkeerde aannames, is er een protestbrief opgesteld en verspreid. Van in totaal tien adressen, inclusief het adres van herkomst, hebben wij in de daarop volgende weken het stuk, ondertekend, ontvangen.

Naast de anti-petitie hebben we nóg enkele negatieve reacties ontvangen, deels op grond van dezelfde verkeerde aanname. Maar ook een enkele reactie van mensen die het idee mooi vinden, maar er desondanks niet aan mee willen doen. En vrij veel positieve reacties, niet te vergeten.

Het is de bedoeling dat vanavond een open discussie wordt gevoerd. Ik wil niettemin vooraf proberen enkele hardnekkige misverstanden uit de wereld te helpen.

- Nogmaals en inmiddels wellicht ten overvloede: de straatnaam wordt niet officieel gewijzigd!

- Uitgangspunt was niet het tot stand brengen van een kunstwerk, maar het vinden van een
vorm om te herdenken.

- Er zijn ook vragen gesteld over de financiering van het project. Op basis van ons initiatief heeft
Stroom de kosten voor de schetsfase betaald. Vervolgens hebben wij de nodige fondsen
geworven voor de verdere uitwerking.

- Wij hebben geen moment de indruk gewekt, of willen wekken, dat we de straat
vertegenwoordigen. Wel zijn we de afgelopen jaren steeds volledig open geweest over onze
activiteiten, en hebben daar ook regelmatig de aandacht op gevestigd.

- Het begrip concept kan tot verwarring leiden. Het concept is in dit geval het monument, de
vorm om te herdenken. Door het openbaar te maken, zoals we op 4 september hebben
gedaan, bestaat het. Wij noemen het een kunstwerk, al zal niet iedereen dat beamen.

- Iedereen gaat met dit concept om zoals het hem of haar goeddunkt. Je gaat er zover in mee
als je zelf wilt. Wij doen dat ook.

Wij (Sybke, Daan, Debora en ik) hebben onze vrienden en familie van de oprichting van dit monument op de hoogte gebracht, en gevraagd om voortaan ‘Deportatie van zestien Joodse families straat’ als ons adres te hanteren. De reacties die we daarop hebben ontvangen waren ook divers, maar vrijwel allemaal uiterst positief. Binnen onze familie- en vriendenkring leeft het monument nu, voor ons, op de wijze zoals we hadden bedoeld.

Wij hebben inmiddels de nodige ervaring met het verzenden en ontvangen van post en pakjes met dit nieuwe adres. En zijn daar wijzer van geworden. Zo is het bijvoorbeeld aan te raden om de juiste schrijfwijze te hanteren, waarbij zestien voluit wordt geschreven. Zestien in cijfers kan tot problemen leiden met de automatische postverwerking.

Later op de avond kan Jonas desgewenst nog iets zeggen over het vervolg van dit project.

Maar het is nu tijd om het woord aan u te geven, want we zijn hier om van gedachten te wisselen.

Jonas Staal vertelt vervolgens over de toekomst van dit voorstel. Hij stelt dat, wat er ook verder voor initiatieven ontplooid worden binnen de straat, het voorstel dat hij heeft gedaan in ontwikkeling is en dat we (initiatiefnemers en hijzelf) na een jaar kijken wat voor vormen het uitdragen van de straatnaam ‘Deportatie van zestien Joodse families straat’ gekregen heeft. Wellicht komt er een bundeling in de vorm van een tentoonstelling of publicatie alvorens er (indien nodig / wenselijk) verder nagedacht kan worden over nog andere passende vormen van herdenking.
Voorop in dit project staat de vraag: wat is de geschiedenis die wij willen delen? En is er hierin een vorm denkbaar die het verleden niet scheidt van het heden? Dit project gaat niet alleen over het bedenken van een monument, maar ook over de vraag wat een monument is of kan zijn.

Daarna krijgt Marjolein Diekel het woord die aankondigt een verhaal te hebben waaruit duidelijk gaat worden waarom zij dit monument niet een goed idee vindt. Deze bijdrage is te lezen bij het aanklikken van deze link (bijdrage volgt nog).

De uiteindelijke strekking: waarom alleen in de straat en niet breder getrokken. Wat is de rol van de Nederlanders geweest in de oorlog? Die hebben niet zo’n fraaie rol gehad in de jodenvervolging. Waarom niet een bord bij Schiphol waarop staat …..
Waarom niet op liefdevolle manier gedenken? Is dat niet wat de nabestaanden liever zouden zien? Waarom geen boom?
Sybke antwoordt dat er is gekozen voor deze vorm van herinnering omdat een boom, een beeld of ander statisch monument na verloop van tijd een beeld is waar je niet meer bij stil staat. Als voorbeeld noemt zij het Homomonument dat nogal verstopt staat in een plantsoen tegenover Madurodam. Weinig mensen weten dat het er staat, nog minder mensen weten waar het voor staat.

Vervolgens krijgt Minka Soesman het woord. Zij is een van de opstellers van de anti-petitie. Haar vraag: wat hebben kinderen hier mee te maken? Waarom moeten zij met deze ellende geconfronteerd worden?
Sybke wempe antwoordt dat het een ieder vrij staat gebruik te maken van de naam Deportatie van zestien Joodse families straat maar het staat een ieder ook vrij dit niet te doen en dit al dan niet met kinderen te bespreken. Later zal de heer Nihom nog zeggen dat het onontkoombaar is dat kinderen met de geschiedenis vroeg of laat in aanraking zullen komen.

Marcel van nr 65 vertelt dat in een samenleving, zo ook in onze straat het licht niet kan bestaan zonder de schaduwzijde. Dit monument komt voort uit gezellig samenzijn. Hij was onder de indruk van het contrast tussen de avond van de presentatie van het monument en het straatfeest de volgende dag. Is daar niet een bv jaarlijks terugkerende vorm voor te bedenken. Dat er anders tegen het monument wordt aangekeken hoeft volgens hem de goede harmonie in de straat niet in de weg te staan, integendeel een open discussie kan mensen dichter bij elkaar brengen..

Mevr. Faber geeft aan dat haar een tekst/bord onder het straatnaambord van de Maastrichtsestraat haar een heel zinvolle manier van aandachtvragen van bezoekers van buitenaf lijkt. Kinderen hebben daar geen last van.

Mijnheer Nihom krijgt het woord. Hij woonde tijdens de oorlog in de Maastrichtsestraat en woont nu in de Stevinstraat. Hij is uitgenodigd door de initiatief nemers omdat hij één van de mensen was die ons in 2006 op de deportatie uit onze straat heeft gewezen. Met hem is daarna regelmatig contact onderhouden over het monument.
R. Nihom introduceert zich zelf en vertelt hoe hij als Joodse overlevende aankijkt tegen ons plan. Van april 1940 tot december 1942 heeft hij in onze straat gewoond. Hij heeft ondergedoken met zijn moeder en broer de Tweede Wereldoorlog overleeft. Hij is betrokken bij veel projecten die te maken hebben met het Joodse oorlogsverleden.
Hij stelt dat hij, wanneer hij in onze straat woonde en het huidige monument kreeg vorm door het wijzigen van de straatnaam , hij de straat zou verlaten omdat hij anders patiënt zou worden.
Daarna legde meneer Nihom een alternatief voorstel voor aan de straat. Hij stelt voor dat de straat een symbool uit de joodse rouwtraditie over zou nemen. In het Joodse gebruik is de rouw over een lange periode verdeeld. Tijdens die periode wordt een lamp ontstoken die het Eeuwig Licht symboliseert. In Joodse huizen heeft dat licht de fysieke vorm van een transparant peertje met een gloeidraad in de vorm van een Davidster. Hij stelt voor om een dergelijk lampje in de Maastrichtsestraat te plaatsen op een paal met een kap er overheen. Het is overigens een idee van zijn vrouw.

Jonas benadrukte vervolgens nogmaals dat het een prachtig gegeven zou zijn wanneer de mensen die (nu ook) ideeën hebben daar naar handelen. Dat de weg die door Daan, Joost, Sybke en Debora is bewandeld is, het werven van fondsen en het praktisch organiseren van de realisatie van een monument, ook door anderen bewandeld kan worden.

Peter de Rooden van Stroom vult aan: het ene idee sluit het andere niet uit.

Daarna nam de broer van Minka Soesman, Eelco Soesman het woord en stelde dat hij het comité een dikke plus wilde geven voor alle inspanningen. En dat hij hoewel hij het helemaal niet eens is met het idee, erkent dat hij aan het denken is gezet. Dus opzet geslaagd, voegt hij daar aan toe. Hij gedenkt al op 4 mei de oorlogsslachtoffers wanneer hij de klokken hoort die op de Waalsdorpervlakte geluid worden. Waarom doen wij dit niet ieder jaar op 4 mei gezamenlijk in de straat of in de duinen?

Norbert, een straatbewoner, wil vervolgens duidelijk maken dat hij tegen dit voorstel is en dat het vouwblad hem nogal koud op zijn dak viel. Hij vindt dat het voorstel de harmonie binnen de straat bedreigt. En hij is bang dat de naam verbasterd gaat worden tot nog minder prettige versies.

Jonas stelt dat als je met je buren doorpraat over onderwerpen die de samenleving aangaan, je altijd verschillen van meningen tegen zal komen. Dat debat juist noodzakelijk is om erachter te komen wat een gemeenschap vormt of kan vormen.
Meneer Faber reageert dat hier hele nuttige structuren voor bestaan, namelijk praat- of debatgroepen.

Debora Goedewaagen wil vervolgens nog één keer duidelijk maken wat de drijfveer was van het comité. Vanaf het eerste moment dat deze geschiedenis voor veel straatbewoners aan het licht kwam voelde zij en anderen de noodzaak om een vorm te vinden om te herdenken en nooit meer te vergeten. Ze legde ook uit dat haar eerste reactie was toen Jonas’ schets op tafel kwam: oh nee, dit niet want dan is er geen ontkomen meer aan. En tegelijkertijd, met Joost, Daan en Sybke wist ze dat het om die reden het ultieme antwoord was op hun vraag om een levend, niet statisch monument.

Op kritiek van Marjolein en mevrouw Soesman over het gebrek aan openheid tijdens het hele traject vertelt Debora dat we ieder jaar in de feestkrantjes mensen hebben geïnformeerd over het stadium van het proces en mensen hebben uitgenodigd om contact met ons op te nemen als ze meer wilden weten. En dat we nooit enig respons hebben gekregen.

Daan vertelt over het doorgeven van het adres aan familie, vrienden en kennissen. Er zijn vooral positieve reacties op gekomen. Vaak bleek het heel verrassend hoe mensen reageerden. Het heeft altijd geleid tot interessante, waardevolle gesprekken die zonder dit initiatief nooit zouden hebben plaatsgevonden.

Minka stelt dat zij niet zag wat aan dit idee kunstzinnig is. Zij had het zelf ook kunnen bedenken.
Henk Meijer antwoord: het is wel degelijk kunst, kijk maar hoe het ons aan het denken heeft gezet en hoe wij er nu met elkaar over praten.

Mevrouw Soesman geeft aan nog steeds niet te begrijpen wat het monument nou is. Jonas Staal antwoord dat het toepassen van de nieuwe straatnaam, op wat voor manier dan ook, een vorm van herdenken, ofwel het monument is. Een monument wat bestaat en zich ontwikkelt bij de gratie van de manier waarop men de naam hanteert. Je kan je zelfs voorstellen dat de ontwikkeling op een punt komt dat je zegt, de straat heet Maastrichtsestraat, voorheen Deportatie van zestien Joodse families straat.

Marjolein spreekt over het gebrek aan democratie bij de tot standkoming van dit initiatief: “en dat terwijl de gedeporteerden uit onze straat voor de democratie zijn gestorven en dat we de doden daar geen eer mee aandoen. Er wordt door sommigen hierop gereageerd dat dit te ver gaat.

Jonas stelt dat democratie niet alleen betekent stemmen op of over iets, maar dat democratie allereerst gaat over mensen die in de publieke sfeer stem geven aan hun idealen. De initiatiefnemers hebben hun stem laten horen, en dat is een eerste stap in een proces waarin ook andere mensen kunnen participeren.

Peter de Rooden vertelt over de interesse van Stroom in deze ongebruikelijke vorm en totstandkoming van een monument. Er loopt nu een jaar het project Nu Monument (http://www.stroom.nl/webdossiers/webdossier.php?wd_id=9308459) Ons initiatief past hier goed in. Het draait daarbij om de vraag wat voor plaats heeft een monument in de huidige tijd in onze samenleving. Daarbij is het helemaal niet erg, als er verschillende opvattingen naast elkaar bestaan, sterker nog, de open vorm van het voorstel van Jonas (je kunt je aansluiten bij het voorstel en meedoen, maar het staat een ieder vrij om dat in aangepaste vorm te doen of op andere wijze vorm te geven aan het herdenken van de zestien Joodse families) biedt daar alle ruimte toe.